Pannerdensch kanaal

Nieuwsbrief Krib- en oeververlaging Pannerdensch Kanaal

Om bij hoog water het rivierwater beter door te laten stromen en het rivierengebied veiliger te maken, verlaagt Rijkswaterstaat een aantal kribben en oevers in het Pannerdensch Kanaal. Van de 35 kribben, die vanuit hoogwaterveiligheid worden verlaagd, zijn nu bij 16 kribben werkzaamheden uitgevoerd. Onafgebroken doorwerken blijkt niet mogelijk: hoog en laag water maken pauzes noodzakelijk. 

Eerste 16 kribben verlaagd in Pannerdensch Kanaal

De werkzaamheden in het Pannerdensch Kanaal vorderen gestaag, maar hebben wel last van de verwachte hoge waterstanden. Van de 35 kribben, die vanuit hoogwaterveiligheid worden verlaagd, zijn nu bij 16 kribben werkzaamheden uitgevoerd. De werkzaamheden liggen op dit moment echter stil tot het voorjaar, wanneer de waterstanden lager zullen zijn. Hoofduitvoerder Koen van der Velden van aannemer Ploegam vertelt over de voortgang van het werk en de uitdagingen.  

Eerste 16 kribben verlaagd in Pannerdensch kanaal

Werkzaamheden bij het Pannerdensch kanaal
Beeld: ©Rijkswaterstaat

Te hoog of te laag water? Omgaan met de waterstand

Het werk om 35 kribben en 5 oevers in het Pannerdensch Kanaal te verlagen is nu enkele maanden aan de gang. Onafgebroken doorwerken blijkt niet mogelijk: hoog en laag water maken pauzes noodzakelijk. Hoe gaat het projectteam daarmee om? Koen van der Velden, hoofduitvoerder van het project bij aannemer Ploegam en Rico Tönis, rivierkundige bij Rijkswaterstaat vertellen.


Laag water als spelbreker

“Eigenlijk hadden we in juli 2022 al willen starten,” vertelt Koen. “Maar toen in juni de droogte inzette, zagen wij de spreekwoordelijke bui al hangen. We hebben niet alleen het project zelf, maar ook de logistiek eromheen via het water ingericht. Het werk aan de kribben vindt plaats op de kribben zelf. Schepen voeren over het kanaal bouwpuin, stenen en zand af en nieuwe stenen aan, de rupskranen voeren de werkzaamheden op de kribben hiervoor uit. En als een machinekraan naar een krib aan de overzijde moet, wordt-ie overgezet door een van de kraanschepen.”


Waarom over het water?

Vervoer over water is een bewuste keuze, vertelt Koen: “Door over het water aan- en af te voeren, geven we de omwonenden en bedrijven op het land bijna geen overlast. Geen opstoppingen vanwege diepladers met materieel; geen ronkende vrachtwagens. Voor de omgeving wel zo rustig.” 

Maar als het waterpeil zakt wordt het kanaal smaller, vertelt Koen verder. “Dan liggen we met de schepen verder de vaargeul in. Als we dan door zouden werken, liggen we op een zeker moment niet meer op veilige afstand van de beroepsscheepvaart. We hebben natuurlijk ook afgesproken de binnenvaart niet te hinderen, dus die heeft voorrang. Ten tweede kan een volgeladen schip niet dicht genoeg aan de wal komen omdat deze vastloopt op de bodem door de te lage waterstand. Al met al zat er deze zomer af en toe niet veel anders op dan het werk tijdelijk uit te stellen.” 


Nieuw ingrediënt

Hij heeft het nog niet eerder bij de kop gehad, vertelt Koen. “Het is voor het eerst dat laag water zo’n grote rol speelt in een Ploegam-project, in ieder geval waar ik bij betrokken ben. Vaak is laag water beter, omdat je dan alles in den droge kunt maken. Daardoor heb je direct zicht op het werk en kunnen we een nog betere kwaliteit afleveren. Maar niet alleen doen we veel meer over het water in dit project, maar ook de droogte van deze zomer was uniek.”

Voor Rico Tönis, rivierkundige bij Rijkswaterstaat, is het nog maar de vraag of dergelijke droogte in de toekomst ook zo zeldzaam blijft. “Klimaatverandering betekent andere patronen in rivierenland. De droogte van deze zomer zou een trend kunnen blijken waarmee we zullen moeten leren omgaan.”  


Hoogwater als pretbederver

Afgelopen oktober 2022 gingen de rupskranen en de schepen dan toch van start, vertelt Koen: “In eerste instantie ging het voorspoedig. We richtten de werkplaats in, en begonnen met de eerste afgravingen van de kribben.”

Maar na een aantal weken gestaag aan de slag te zijn gooide nu een te hoge waterstand roet in het eten. Koen vertelt: “Te hoog water is deze maanden ook reden geweest om te stoppen, weliswaar minder lang.”

“De kribben zijn geen dijken,” gaat hij verder. “De top van een krib, wat wij de kruin noemen, komt normaal gesproken al niet veel boven de waterlijn uit. Kribben overstromen gemakkelijk, en onze afgraving is er juist op gericht dat overstromen nog makkelijker te maken, zodat het kanaal beter dóórstroomt ten tijde van een verhoogde waterstand. Maar op een ondergelopen krib kan de graafmachine niet werken, omdat de kraanmachinist niet onder water kan kijken. Dus, toen het water te veel steeg in november, moesten we wéér enkele weken pauze nemen.”


Flexibele operatie

Hoe flexibel is de operatie, vragen we Koen. “Dat hangt zeer van het soort werk af dat we doen. In veel gevallen kunnen we binnen 48 uur stoppen. Een open gelegde krib zal vooral dicht moeten, om te voorkomen dat de oude of juist vernieuwde kern van de krib wegspoelt. Zijn alle kribben beschermd, dan kunnen we in een dag ingepakt zijn. Maar we verleggen bij hoger water het werk ook wel naar de oevers. Deze liggen een aantal meters hoger dan de kribben waardoor we hier, met hogere waterstanden, langer door kunnen werken.”


Koffiedik kijken

Is het waterpeil wel nauwkeurig te voorspellen, of is het koffiedik kijken? We vroegen het Rico Tönis. “Het peil exact voorspellen is bijna onmogelijk, daar kunnen we kort over zijn. Wat we wel kunnen, en dus ook doorlopend doen, is trends in het peil volgen en de factoren nagaan die aan het waterpeil bijdragen.”
Bronnen van het Rijnwater
De Rijn is een rivier die vooral bestaat uit Duits regenwater en gesmolten Zwitserse sneeuw. “In het voorjaar van 2022 viel weinig regen in Duitsland; in de winter ervoor zagen we minder sneeuw in Zwitserland. Dat waren tekenen dat er een droge zomer aan zat te komen.” 


Waterkamers

Hij vervolgt: “Voor informatie die korter op de gebeurtenissen vooruit gaat, zijn er de waterkamers in Europa. De Europese waterkamers houden onder andere de waterstanden bij van hun rivieren. Deze informatie stellen zij voor iedereen ter beschikking. Als de Duitse waterkamer bijvoorbeeld een lage waterstand doorgeeft van de Rijn, dan weten wij dat deze waterstand drie dagen later ook ons land bereikt. Zo ook met een hoogwatergolf, overigens.”


Waarschuwingstermijn

Naast alle andere voortekenen die het project heeft, is de drie dagen waarschuwingstermijn voor hoog- of laagwater de enige termijn die het team bij Pannerden krijgt. Koen en zijn team rekenen erop dat zij de komende maanden nog regelmatig met hoger water, en dus met korte pauzes te maken zullen krijgen. Hij heeft ermee leren omgaan: “Zo lang het werk stil ligt zetten we onze mensen in op andere projecten. Zodra de omstandigheden het toelaten, is iedereen weer present.”

Kribverlaging - Niet te hoog, niet te laag
Beeld: ©Rijkswaterstaat