Toepassing van zand-bentonietmengsel
Sommige locaties aan het Twentekanaal zijn ‘kwelgevoelig’. Daar kan water naar naastgelegen gebieden lekken. Overmatige kwel kan zorgen voor schade aan huizen, gewassen en bomen. Daarom brengen we op die kwelgevoelige plekken na het baggeren een laag zand-bentoniet aan. Dit herstelt de bestaande afdichtende werking van de huidige bodem en zorgt dat het water niet te veel uit het kanaal sijpelt. Hier hebben we een mooie vlog over gemaakt.
Effecten analyseren
Het aanbrengen van het zand-bentonietmengsel (ZBM) is net als de andere werkzaamheden in de proefvakken –het plaatsen van nieuwe damwanden en het baggeren –gefaseerd uitgevoerd. Op deze manier is het mogelijk om de afzonderlijke effecten op de grondwaterstanden te analyseren.
Voordat het ZBM in het proefvak werd toegepast, is het uitvoerig beproefd en getest door de TU Delft samen met Van Heteren, het bedrijf dat het ZBM aanbrengt. In het proefvak hebben we het ZBM in de praktijk getest. De effecten van de werkzaamheden op de grondwaterstanden houden we goed in de gaten. Dagelijks worden in de proefvakken peilbuizen gemonitord en geanalyseerd. Daarbij beoordelen we of de effecten overeenkomen met de verwachtte verandering van de grondwaterstanden (op basis van modellen). Tijdens de werkzaamheden wordt vlak na afronding, na vier weken, na acht weken en na een jaar beoordeeld of de grondwaterstanden zijn hersteld als gevolg van de werkzaamheden. De resultaten laten zien dat dit herstel al na enkele dagen is bereikt.
Zichtbare effecten
Het vervangen van de damwanden veroorzaakte een stijging van 10 tot 15 cm op de grondwaterstanden bij een peilbuis die vlak bij het kanaal staat. Dit effect komt overeen met de gemodelleerde grondwaterstanden. Op grotere afstanden van het kanaal is het effect niet meer meetbaar. Na afronding van de werkzaamheden herstelt de grondwaterstanden zich weer naar het oude niveau.
De baggerwerkzaamheden in de proefvakken – waarbij de sliblaag van de bodem wordt gehaald, kozen we er bewust voor om het gebaggerde vak ongeveer 14 dagen ‘open’ te laten. Dit deden we om te toetsen wat het maximale effect van de baggerwerkzaamheden op de grondwaterstanden is. Als resultaat stegen de grondwaterstanden met 15 tot 20 cm. We zagen dat de grondwaterstand na het baggeren eerst stijgt maar daarna stabiel blijft. Tijdens de echte uitvoering wordt het ZBM binnen 7 tot 10 dagen aangebracht.
Kort na het toepassen van ZBM zagen we alweer een daling in de grondwaterstand. En wanneer het hele proefvak was voorzien van een laag ZBM, werd deze daling nog duidelijker waarneembaar. Die daling zet door tot een stand die vergelijkbaar is met die van voordat we aan de werkzaamheden begonnen. De komende tijd houden we dit verder in de gaten en onderzoeken we of het herstel van de afdichting van de kanaal bodem stabiel blijft.
Vulkaanas op de bodem
Bentoniet is een natuurlijke kleisoort afkomstig van oude vulkaanas. Het is ontzettend goed bestand tegen water. Als je bentoniet mengt met zand krijg je zand-bentoniet. Van dit mengsel spuiten we een 10 cm dikke laag op de bodem van het kanaal. Dankzij de zwellende werking van de klei, wordt de bodem hiermee netjes afgedicht