Archeologisch onderzoek: eerste sporen en vondsten
Het archeologisch onderzoek bij project A28/A1: knooppunt Hoevelaken is in volle gang. In de vorige nieuwsbrief was te lezen dat het proefsleuven onderzoek van start is gegaan. Deze keer kijken we dieper naar de aanpak en waarde van het archeologisch onderzoek. Welke stappen zijn er nodig en wat is er op dit moment al gevonden?
“Voor ons als archeoloog is het afval dat iemand 500 jaar voor Christus in een kuil in de grond heeft achter gelaten erg interessant.”, aldus Jan-Willem Oudhof, directievoerder archeologie die het onderzoek begeleidt.
Boren, graven en opgraven
Het archeologisch onderzoek begint altijd met een bureaustudie om te kijken wat voor informatie al beschikbaar is in de archieven over de plek waar gebouwd gaat worden. Oudhof: “Wat is te zien op oude kaarten? Zijn er in het verleden in de buurt al archeologische vondsten gedaan? En is het landschap in de omgeving vroeger geschikt geweest om te bewonen?”
Op basis hiervan kunnen archeologen vooraf al goed inschatten wat ze mogelijk in de grond tegen gaan komen en of het de moeite waard is voor verder onderzoek. Vanzelfsprekend moet je wel echt daadwerkelijk de grond in om zekerheid te krijgen. “Dat doen wij eerst met grondboringen om de bodemopbouw te bestuderen. Deze boringen doen wij met de hand met een grondboor van zeven centimeter breed. Uit zo’n boring kunnen we bijvoorbeeld zien of de plek vroeger bewoond is geweest en of de archeologische lagen in de grond op zo’n plek niet verstoord zijn geraakt, bijvoorbeeld door later graafwerk. Als dit het geval is, dan valt zo’n locatie voor ons af en houdt het archeologisch onderzoek daar op.”
Aardewerk en sporen van houten gebouwen uit de middeleeuwen
“Op enkele locaties hebben we voldoende aanwijzingen gevonden om daar ook proefsleuven te graven”, zo legt Oudhof uit. Een proefsleuf wordt met een graafmachine gegraven, waarbij laagsgewijs een rechthoekig gat van 4 meter breed, een lengte van 15 meter of meer en tot ongeveer 1,5 meter diep wordt afgegraven. Een van deze locaties is het gebied ten zuiden van het knooppunt en ten noorden van de Energieweg. “In dit gebied zijn ‘archeologische sporen’ gevonden. Het gaat hier onder andere om sporen van bewoning, mogelijk een historisch erf uit de 13e-14e eeuw en sporen van tabaksteelt uit de 16e-17e eeuw. Daarbij werden aardewerk scherven en andere vondsten gedaan. Op zo’n plek adviseren wij om nader onderzoek te doen”.
Toch worden niet alleen maar archeologisch interessante zaken gevonden. “Wanneer iemand in het verleden een gat in de grond heeft gegraven en weer dicht heeft gegooid, blijf je die plek altijd in de bodem terugzien als een verkleuring in de grond. En de spullen die in zo’n kuil gegooid zijn vind je ook terug. Dat geldt voor het afval dat iemand 500 jaar voor Christus in een kuil in de grond heeft gestopt, maar ook voor afval dat mensen recent hebben ingegraven.”
Asbest en granaat uit de Tweede Wereldoorlog
Zo komen er soms ook stoeptegels of ander afval naar boven waar iemand vanaf moest. Zo is onlangs op een locatie asbest gevonden. Hier maken wij direct melding van en dan kijkt een deskundige ernaar. Oudhof: “Hij beslist in zo’n geval wat te doen. In dit geval is het asbest nauwkeurig ingemeten en gefotografeerd en daarna afgedekt met plastic en grond. Later wordt het asbest op deze plek definitief verwijderd.” En niet alle vondsten zijn even veilig. Tijdens een voorcontrole is op een andere locatie een kleine granaat uit de Tweede Wereldoorlog in de grond gevonden. “Dit is door specialisten zorgvuldig verwijderd en afgevoerd”, zo stelt Oudhof ons gerust.
In afwachting van de oplossing voor de stikstofproblematiek, zal opnieuw de planning voor het tracébesluit van project Knooppunt Hoevelaken plaatsvinden. De voorbereidende werkzaamheden zoals archeologisch en ecologisch onderzoek gaan door. Meer informatie over de werkzaamheden is te lezen op de pagina Tracébesluit.