SEE-collega Jan van Donkelaar gaat met pensioen
Met ingang van 1 september gaat Jan van Donkelaar met pensioen. Jan is vanaf 2006 werkzaam bij SEE en veel betrokken geweest bij MKBA’s, met name van wegenprojecten. Voor de redactie van de SEE-nieuwsbrief reden genoeg voor een afscheidsinterview.
Hoe ben je bij SEE terechtgekomen?
Ik ben in 1982 begonnen bij de afdeling Economie van de toenmalige Hoofddirectie Rijkswaterstaat (RWS). Eén van de werkzaamheden daar was het opstellen van kosten-batenanalyses. Na functies bij FEZ (Financieel-Economische Zaken), RWS-Zuid Holland en bij beleid was ik op zoek naar een laatste functie in mijn loopbaan. Bij mijn zoektocht stuitte ik op informatie over SEE en MKBA’s. Dat leek me wel wat: terug naar het vak waaraan ik zulke goede herinneringen had. En daar heb ik geen moment spijt van gehad.
Was er na al die jaren veel veranderd op het gebied van MKBA’s?
Nee, eigenlijk niet. Ik kon zo de draad weer oppakken. Ik had in mijn eerste functie een goede opleiding gehad bij de toenmalige Commissie Beleidsanalyse (COBA), de toenmalige ontwikkelaar en hoeder van de MKBA. Ook had ik de nodige praktijkervaring opgedaan. En die oude kennis was nog steeds toepasbaar. Wel was inmiddels de OEI-leidraad verschenen waarmee opnieuw structuur werd gegeven aan de MKBA en de nieuwste inzichten waren opgenomen.
Wat waren voor jou de hoogtepunten als het om MKBA’s gaat?
Het werken aan MKBA’s laat zich niet zo makkelijk beschrijven in hoogtepunten. Maar als je weet dat een MKBA van goede kwaliteit is, hou je daar wel een goed gevoel aan over. Zeker als het ook nog eens gaat om projecten die maatschappelijk hoog in de belangstelling staan, zoals de A4 Delft-Schiedam en de A12/A27 Ring Utrecht. Maar eerlijk gezegd, voor mij waren de MKBA’s die in de praktijk gepaard gingen met methodologische discussies en uitdagingen het meest interessant. Je zag dan kennisontwikkeling die voortkwam uit de praktijk.
Heb je ook slechte herinneringen?
Slechte herinneringen niet; wel ‘andere’. En dan denk ik aan de discussies bij bepaalde projecten over de aanpak van de MKBA met collega’s die belang hebben bij de uitkomsten van die MKBA. Je moet dan wel sterk in je schoenen staan om aan die druk weerstand te kunnen bieden. Gelukkig staat bij SEE de kwaliteit altijd hoog in het vaandel. Het gaat er tenslotte om de juiste beslisinformatie op tafel te krijgen.
En de toekomst van de MKBA; welke ontwikkelingen zie je?
De belangrijkste vraag is : “Is er wel toekomst voor de MKBA?” Als ik zie hoe er soms mee wordt omgegaan heb ik mijn twijfels. Daar staat tegenover dat de MKBA eerlijke en transparante beslisinformatie kan geven.
Verder zie ik wel toekomst voor ontwikkelingen in de MKBA op het gebied van het omgaan met onzekerheid. Iedereen heeft het over adaptiviteit, maar in de praktijk van de projectbeslissingen is daar nog weinig van te zien, met uitzondering van het Deltaprogramma. Wellicht kan de MKBA daarin meer initiërend zijn. Er zijn tenslotte genoeg onzekerheden die het voorzichtiger omgaan met grote investeringsbeslissingen rechtvaardigen.
Wil je nog iets ‘meegeven’?
Dan denk ik toch weer aan die kwaliteit. Blijf ervoor zorgen dat de MKBA van goede kwaliteit is, in alle omstandigheden. Wat er vervolgens met de uitkomsten wordt gedaan ligt buiten de verantwoordelijkheid van de econoom. Dan zo nu en dan maar even slikken en weer doorgaan. En vooral de rug rechthouden.