Nieuwsflits Steunpunt Economische Expertise (SEE)

Dit is een nieuwsflits van het Steunpunt Economische Expertise (SEE). SEE is het loket voor kennisuitwisseling en advies op het terrein van economische evaluatie voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. Meer informatie over SEE kunt u vinden op onze website: https://www.rwseconomie.nl/.  

In deze nieuwsflits staat de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse en Value Engineering centraal.

Maatschappelijke kosten-batenanalyse en Value Engineering

De maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) is een methodiek om de maatschappelijke effecten van een project te beoordelen en te vergelijken. Met Value Engineering (VE) wordt gewerkt aan het maximaliseren van waarde van een project en het minimaliseren van verspillingen. RWS past beide methodieken toe. Tevens zijn ze onderling gerelateerd. Dit artikel legt deze relatie uit en zet uiteen dat MKBA en VE elkaar op verschillende manieren aanvullen.  

In de MKBA worden de effecten, dat wil zeggen de kosten en baten, gekwantificeerd (q) en gemonetariseerd (p*q), gesaldeerd en tegen elkaar afgezet. De effecten van projectalternatieven worden beoordeeld ten opzichte van het nulalternatief.

VE maakt inzichtelijk wat de relatie is tussen de gewenste functies, de bijbehorende kosten en inspanningen, en de prestaties die worden geleverd (doelbereik).
De betrokken partijen bij een VE analyse stellen gezamenlijk de eisen en wensen op met een “waarom,  hoe en wat” logica (=functieanalyse). Daarbij zoeken zij naar manieren om de functies van een project te vervullen, met maximale waarde en minimale kosten, dus zonder in te boeten op de kwaliteitscriteria. Er is geen sprake van dubbel werk tussen de twee instrumenten, als informatie (tijdig) wordt gedeeld.

Toepassingsgebied

VE toepassen kan in verschillende fasen van een MIRT project. Bij MIRT-projecten is formeel vastgelegd dat de MKBA aan het eind van de verkenningenfase gemaakt dient te worden. VE en MKBA versterken elkaar als beide aan de voorkant van het project uitgevoerd worden in de verkenningenfase. Beide zouden betrokken moeten worden bij het genereren van oplossingsrichtingen en dezelfde beoordelingsaspecten hanteren. VE kan zo bijdragen aan het genereren van alternatieven die waarde toevoegen. De MKBA kan inzichtelijk maken of ook sprake is van maatschappelijke waarde.

Als instrumenten kunnen zowel VE als MKBA breder worden ingezet dan voor alleen aanlegprojecten.

Inzicht in kosten en baten

Een VE-studie kijkt naar de verschillende oplossingsrichtingen voor een project, door eerst naar de functies te kijken en dan naar manieren om die te bereiken. VE vergelijkt daarbij kansrijke oplossingen met een referentiealternatief, het ontwerp zoals het er op dat moment ligt. VE kijkt echter niet specifiek naar een nulalternatief, namelijk niets doen. Een MKBA kijkt wel naar dit nulalternatief en stelt het ook samen, wanneer het vanuit het project nog niet beschikbaar is. Zo waarborgt de MKBA dat ook wordt nagegaan of vanuit maatschappelijke kosten en baten gezien niets doen wellicht gunstiger is dan het project uitvoeren.

Tevens kan een VE-proces inzicht geven in een mogelijke budgetverdeling tussen verschillende partijen. De tot nu toe voor RWS uitgevoerde VE-studies geven voorbeelden hiervan. Bij een negatieve uitkomst van de MKBA, wordt vaak gekeken of er gesneden kan worden in de kosten. Met een gevoeligheidsanalyse kan in beeld gebracht worden hoeveel de baten moeten toenemen en/of de kosten moeten dalen om een positieve MKBA te krijgen. Vervolgens zou een VE-studie er voor kunnen zorgen dat alsnog wordt onderzocht of er nieuwe of bijgestelde oplossingen mogelijk zijn. Ook kan in een VE-studie onderzocht worden of er misschien tegen geringe kosten meer functies toegevoegd kunnen worden binnen eerder gevonden oplossingen, waardoor de MKBA wel positief zou kunnen uitvallen.

De VE-studie geeft een kwalitatieve beoordeling van de effecten van een project. De MKBA voegt hier een dimensie aan toe door de effecten van een project ook te monetariseren (in geld uit te drukken). Deze waarde maakt het mogelijk om de verschillende effecten met elkaar te vergelijken qua grootte (euro’s) en ook om deze ‘op te tellen’ tot een totaalbeeld of score. Zo’n vergelijking en optelling kan lastig of niet met alleen een kwalitatieve beoordeling uit de VE-studie. VE gebruikt hier een (subjectieve) schaal voor, die door de groep betrokkenen wordt bepaald. Waar MKBA objectiveert gaat VE juist aan de slag met wat betrokkenen van waarde vinden.

Draagvlak bij partijen

Door (vroeg)tijdig in het project een VE-studie te doen met de betrokken partijen, breng je verschillende ideeën voor oplossingsrichtingen in kaart. Zo bevorder je het draagvlak bij deze partijen voor het project, omdat die partijen zelf de oplossingen aandragen in gezamenlijke workshops. Bij het opstellen en beoordelen van de MKBA is dan gewaarborgd dat diverse oplossingen en hun kosten en baten zijn verkend met betrokkenen en dat er ook een zeker draagvlak voor deze oplossingen is. De uitkomst van het VE-proces is dan input voor de MKBA.

Als er geen VE-proces aan de MKBA vooraf is gegaan, houdt een positieve MKBA niet in dat er (voldoende) draagvlak is voor het project. Een MKBA is geen ontwerpinstrument. Weliswaar geeft een positieve MKBA aan dat de maatschappelijke baten groter zijn dan de kosten, maar dit hoeft niet te betekenen dat alle betrokken partijen, of op z’n minst een meerderheid, het project ook wenselijk achten. Wellicht zijn sommige partijen onvoldoende betrokken geweest in de voorbereiding, of slaan de voordelen vooral neer bij betrokkenen in andere regio’s dan waar het project is gepland. Een goede VE-studie met alle betrokkenen aan het begin van het project, kan voor voldoende draagvlak zorgen.